In het Engels zijn er twee woorden die vaak verward worden: “Then” en “Than.” Wat is het verschil tussen deze twee woorden? Wanneer gebruik je “Then” en wanneer gebruik je “Than”? In deze blogpost zullen we al deze vragen beantwoorden en meer! We zullen je de verschillen tussen de woorden laten zien, voorbeeldzinnen geven, en je helpen te begrijpen wanneer het gepast is om elk woord te gebruiken.

Wanneer gebruik je ’then’?

De tijd reist in omgekeerde richting wanneer we aan het verleden denken.

Het woord “then” heeft altijd betrekking op iets dat voor nu of vroeger gebeurde. Het Nederlandse woord hiervoor is ’toen’ en kun je als geheugensteuntje gebruiken.

  • I was working in New York back then.
  • I drove to the airport, and then I took the plane.
  • First you add the flour; then you add the milk.

Wanneer gebruik je ’than’?

‘Than’ is een vergelijking woord dat je gebruikt als je twee dingen vergelijkt. Bijvoorbeeld: Groter dan, beter dan, nieuwer dan, leuker dan, meer dan, enzovoorts.

  • That building is bigger than the other.
  • This shop is better than that shop.
  • I’m taller than my sister.

Voorbeelden van beide woorden in een zin.

Het komt natuurlijk ook voor dat je beide Engelse woorden in een zin gebruikt. Dit kan erg verwarrend zijn daarom hebben we enkele voorbeelden bijgevoegd waarin zowel then als than in een zin voorkomen.

  • Back then there were less people on earth than now.
  • Back then life was better than now.

Ezelsbruggetje voor then of than?

  • Then = een tijdsaanduiding.
  • Than = een vergelijking.
  • Then = Toen
  • Than = Dan.

We hopen dat je hiermee voor eens en altijd geholpen bent om “Then of Than” niet meer te verwarren met elkaar. Mocht je naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben en of beter Engels willen leren begrijpen, spreken en of schrijven bekijk dan eens deze cursussen. Hier vind je voor elk niveau een cursus of je nu beginner of al gevorderd bent.